Maak je winterwandeling een succes – 6 tips
Winterwandelen groeit aan populariteit, zeker nu skigebieden meer en meer winterwandelroutes uitzetten. Dit met het doel je even weg te voeren van de drukke pistes. Zo kun je genieten van de rust en de stilte van een winters natuurlandschap, terwijl de sneeuw zachtjes onder je voeten knarst. Met deze tips maak je van een winterwandeling een succes.
Wandel als een pinguïn
Winterwandelen is helemaal niet moeilijk, maar een kleine aanpassing aan je staptechniek is soms wel nodig, zeker als het glad is. En als er een dier is dat weet hoe je over gladde oppervlaktes moet lopen, is het een pinguïn. Een klein beetje de kunst afkijken kan dus geen kwaad. Wat moet je doen? Leun een klein beetje naar voren, zodat je met je gewicht op je voorste been steunt. Zet vervolgens een kleine stap en verplaats je gewicht. Je gang wordt dan een beetje waggelend –net als een pinguïn- maar je blijft wel op je voeten staan! Goed ingelopen wandelschoenen met een goede zool die veel grip geeft, zijn een must. Eventueel kun je nog snowspikes of snowsteps onderbinden voor extra grip.
Juiste kleding
‘Slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding’. Dat cliché is in de winter misschien wel het meest van toepassing. De buitentemperatuur is koud, maar van binnen warm je door je inspanning flink op. Het drielagenprincipe is hier echt een must. Hou eventueel nog een extra isolerende laag paraat voor als je pauze houdt. Dat je een muts en handschoenen mee moet nemen, hoeven we je natuurlijk niet te vertellen.
Kou komt ook van onderen. Je voeten staan de hele tijd in die koude sneeuw. Zorg dus dat je goed geïsoleerde wandelschoenen hebt en bijpassende warme wandelsokken. Om ervoor te zorgen dat sneeuw niet van boven in je schoenen komt, zijn gamaschen een aanrader. Net als een broek die tegen een beetje water kan.
Let op het weer
Ook met goede kleding kun je wel degelijk overvallen worden door slecht weer. Een plotselinge sneeuwbui kan je volledig het zicht ontnemen. Let goed op de weersvoorspellingen, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Vertrek op tijd. ’s Ochtends is het vaak wat kouder dan in de middag. Dat lijkt oncomfortabel, maar het tegendeel is waar. Door de kou is de sneeuw steviger, waardoor het wandelen minder kracht kost.
Warm eten en drinken mee!
Net als bij een zomerse wandeling hou je natuurlijk even pauze en neem je tussendoor een snack. Omdat het koud is, verbrandt je lichaam meer energie, dus zorg ervoor dat je lekker veel energierepen bij je hebt. Ook is het fijn als je iets warms bij je hebt. Instant-soep en zoete thee zijn goede opwarmertjes tijdens een pauze. Bewaar de schnapps voor na je wandeling, want hoewel je het niet voelt, krijg je het door de alcohol juist eerder koud.
Plan je route en oriënteer je goed
Meestal zijn de paden van winterwandelroutes goed uitgezet en geprepareerd, zodat je de weg makkelijk kan vinden, maar het kan zijn dat een flinke sneeuwbui het pad en alle markeringen ondersneeuwt. Zorg er dus voor dat je je route goed uitstippelt en dat je route niet door een gebied met een hoog lawine-risico loopt. Hou een kaart of GPS bij de hand en zorg dat je goed kan bijhouden waar je bent. En als je dan toch bezig bent met plannen: de dagen in de winter zijn kort, dus plan geen urenlange tochten, maar zorg ervoor dat je voor het donker weer warm binnen bent!
Bewaar je camera en telefoon op een warme plek
Kou en elektronica gaan niet goed samen. Veel apparaten beginnen kuren te vertonen als de temperatuur naar beneden gaat. Bewaar je telefoon en camera daarom op een warme plek, het liefst op je lichaam onder je jas (telefoon). Het zou toch vervelend zijn als je dat ene perfecte fotomoment mist omdat je camera uitvalt door de kou.
