terug

Herselt: Met Willem Elsschot door het prinsheerlijke de Merode

Aan de rand van de uitgestrekte landgoederen de Merode ligt Blauberg rond zijn kerk. Vanuit het kasteel in het nabijgelegen Westerlo heersten de graven en prinsen over delen van Europa. Hoe je ook mag denken over de feodaliteit, de de Merodes hebben gezorgd voor een goed geconserveerd en aantrekkelijk landschap.

Tekst & foto’s Jan Erik Burger

Wandelen op het landgoed van de Merode. Foto: Toerisme Provincie Antwerpen

Willem Elsschot (1882-1960), pseudoniem van Alfons De Ridder, is de auteur van een klein, maar fijngeslepen oeuvre. Lijmen, Het been, Kaas en De Verlossing staan in het collectief geheugen gegrift. Op het kerkplein in Blauberg kan je niet om taverne De Verlossing heen. De uitspanning is genoemd naar Elsschots derde boek. De Ridder bracht tussen zijn vijfde en tweeëntwintigste elke zomervakantie door bij zijn familie in Blauberg. Als volwassene bleef hij komen om bij te tanken, nu bij zijn ongehuwde nicht Maria Josefa ‘Mie- Jef ’ Van Elst. Hij maakte graag wandelingen naar het bosgebied Helschot, op de grens van Blauberg en Veerle. Altijd met bolhoed op het hoofd en zijn onafscheidelijke stokje in de hand. Zijn schrijversnaam ontleende De Ridder aan dit bos. Hoe kwam de schrijver in dit godvergeten gat in de Kempen terecht? Het antwoord is eenvoudig: zijn moeder Adèle Van Elst kwam uit het nabije Westerlo. In Brussel leerde zij Christiaan De Ridder kennen. Zij ‘diende’ bij de burgerij en hij leerde er het bakkersvak. Na hun huwelijk vestigde het paar zich aan de Antwerpse De Keyserlei, waar ze een bakkerij openden. Op 7 mei 1882 werd hier uit ‘Elst schoot’ Willem Elsschot geboren.

de Merode

De beroemde Ferrariskaart (de eerste moderne topografische kaart) uit 1775 toont hoofdzakelijk arme heidegrond. Historisch behoorde deze Veelse Heide tot het domein van de De Mérodes. Zij verkochten een deel van het gebied aan de gemeente Herselt voor het stichten van een nieuwe parochie. Deze parochie van Onze-Lieve- Vrouw Onbevlekt Ontvangen werd opgericht in 1857, de kerk was een jaar later klaar. Rond de nieuwe kerk op de weg van Westerlo naar de Abdij van Averbode ontwikkelde zich het nieuwe Blauberg.

De Verlossing

De Elsschotwandeling begint bij taverne De Verlossing op het Kerkplein. Hier dreven oom en tante Van Elst hun kruidenierszaak. Blauberg telde toen zo’n vijfhonderd inwoners. In deze hechte gemeenschap liet de invloed van de kerk en van de adellijke familie De Mérode zich duchtig gelden. “Mijn moeder moest begin twintigste eeuw nog buigen als de gravin langs kwam”, vertelt onze gids. Elsschots oom en tante vertegenwoordigden de langzaam opkomende middenklasse. Zij waren de eersten die hier een eigen pand in eigendom bezaten.

Natuur vrij spel

De natuur zijn gang laten gaan. Foto: Toerisme Provincie Antwerpen

Buiten de bebouwde kom van Blauberg volgt snel een bosgebied met grove dennen, die tot 35 meter hoog kunnen worden. Geplant als productiebos, stuthout voor de mijnen. Na de sluiting van de mijnen konden de dennen blijven staan en doorgroeien. Tegenwoordig laat men het bos weer verwilderen en de natuur zijn gang gaan. Hierdoor ontstaat een gevarieerde ondergroei en een interessanter bos. Na het bos passeren we boerderijen met akkers en weilanden. Midden op de wandeling ligt het Helschot, met zijn natte bodem ongeschikt als productiebos. In dit jachtgebied van de Merodes kreeg de natuur vrij spel. Gevolg is een gevarieerde flora en fauna. Het aansluitende provinciaal groendomein Hertberg, 236 hectaren groot, baadt in een prinselijke sfeer. Het wordt doorkruist door statige dreven en sfeervolle wandelpaden. Tot 2004 maakte Hertberg onderdeel uit van de uitgestrekte bezittingen van de prins de Merode. Geografisch ligt het op de overgang van de onvruchtbare en zandige Kempen en het heuvelachtige en lemige Hageland. Er liggen enkele ‘bergen’, ijzerzandsteenheuvels uit een ver verleden toen in deze contreien de Diestiaanzee klotste. In tegenstelling tot de Kempen, tot enkele decennia terug veelal begroeid met grote oppervlakten heide, laat de Ferrariskaart zien dat Hertberg toen reeds volledig bebost was, vooral met naaldhout. Sinds die tijd is Hertberg ononderbroken bebost is geweest, uniek in Vlaanderen.

Elsschot had een succesvol reclamebureau. Dat betekende niet dat hij de reclamewereld hoog had zitten. Vlak voor zijn dood in 1960 zei hij het zo: “Niet alleen walg ik van de reclame, maar ook van de commercie in het algemeen. En ik heb Lijmen geschreven, omdat ik er op een of andere manier van af moest komen. Ik moest wel reclame bedrijven, want van mijn pen heb ik nooit kunnen leven.” De digitale bibliotheek van de Nederlandse letteren oordeelt genuanceerd over De Verlossing. “Het boek is ruw, onvolledig, te zeer broksgewijs ineengezet. Het is met een zekere natuurlijke drift geschreven, dezelfde natuurdrift die ons ook in de hoofdfiguren boeit. Het is een boek zo aards en klontig en donker als een omgeploegd land.”

Praktische informatie

Hoe er te komen?
Blauberg ligt twaalf kilometer van NMBS-station Aarschot. Vandaar rijdt bus 491 of 492 in een half uur naar de halte ‘Blauberg Kerk’. Zie: www.delijn.be

De wandeling
De Elsschotwandeling start bij op het Kerkplein van Blauberg en volgt de knooppunten 147 – 121 – 166 – 38 – 39 – 125 – 150 – 165 – 118 – 25 – 419 – 418 – 386 – 32 – 34 – 36 – 120 – 121 – 147 (10 km)

Horeca

  • Biercafé Den Hulst (tussen knooppunt 419 en 418), open: wo t/m zo.
  • Herberg Mie Maan (bij knooppunt 26), open: za t/m do.
  • Taverne De Verlossing (Kerkplein Blauberg), open: do t/m ma.

Logeertip

De Verlossing

Het kerkplein van Blauberg met taverne De Verlossing. Foto: Jan Erik Burger

Religie vormt een voornaam thema in het oeuvre van de atheïstische Elsschot. De Verlossing (1921) is het verhaal van een jarenlange strijd op leven en dood tussen pastoor Kip en vrijdenker-anarchist Pol, die zich als winkelier in het gehucht Blauberg heeft gevestigd. Maar zijn tegenstander is ook niet mis, een succesvol stroper die zich van de machtigen der aarde, zoals grootgrondbezitter de Merode, weinig aantrok. Kip was een stuurse man, die maar één oog had. “Hij keek niet naar den grond, liep met groote schreden als iemand die een broek aan heeft in plaats van een lijfrok, prevelde geen gebeden onder ’t wandelen en had niet eens een kerkboek bij zich… Den vierden dag trok hij, met een geweer op den schouder, de bosschen van den graaf in, zonder zich in het minst te storen aan de jachtopzichters, en keerde tegen ’t vallen van den avond neuriënd terug, beladen met wild.” De vrouw en dochters van Pol zijn rooms gebleven, heimelijk behorend tot de partij van zijn tegenstander. De titel van het verhaal kan op verschillende wijzen worden begrepen. In een fatale ontknoping wordt Pol verlost van zijn obsessie met de dorpspastoor. Zijn eigen dood kort daarop kan ook als een verlossing worden gezien, zowel voor hemzelf als voor zijn vrouw en het dorp. Het boek eindigt met de ‘geestelijke verlossing’ van Pols jongste dochter, de kwezelige Anna.

Dit artikel is eerder verschenen in de wandelspecial over de Antwerpse Kempen in Wandelmagazine 3 2017. Klik hier om dit nummer na te bestellen.


Bekijk ook deze items