terug

Herentals en Peertsbos: Historisch en landschappelijk erfgoed

Herentals is de historische hoofdstad van de Kempen. De naam ‘heuvel waar haagbeuk groeit’ wordt al in 1150 vermeld. Door het centrum lopen bewegwijzerde wandelingen, die ten noorden van de stad aansluiten op het wandelknooppuntennetwerk Kempense Heuvelrug en in het westen op het netwerk Kempense Beemden.

Tekst & foto’s Jan Erik Burger

Het Begijnhof met Sint Catharinakerk.

Herentals heeft een dubbele ontstaansgeschiedenis. In de twaalfde eeuw stichtte het Sint-Waldetrudiskapittel in Mons (Bergen) een nederzetting rond de huidige hooggotische Sint-Waldetrudis- of Bovenkerk. Opvallend is de plaats van de vieringtoren die wel in het dak tussen koor en schip lijkt te willen zakken. Toren en dwarsschip dateren uit het begin van de veertiende eeuw, koor en schip uit de vijftiende eeuw. Tezelfdertijd ontstond aan de Kleine Nete een handelsnederzetting, die in 1209 stadsrechten ontving van de Brabantse hertog Hendrik I. Geleidelijk groeiden beide nederzettingen aan elkaar, maar tot het einde van het Ancien Régime bleef Herentals twee heren dienen.

Lakenmakers

De stad beleefde haar hoogtepunt in de veertiende eeuw met de bloei van wol- en lakennijverheid. Van dit rijke verleden getuigt de vijftiende-eeuwse Lakenhal, het ‘gulden huys’, waar wolwevers en lakenmakers hun nering dreven. Aan de noordzijde verheft zich de achthoekige belforttoren met beiaard, erkend als UNESCO Werelderfgoed. Voor de zijgevel staat het Boerenkrijgmonument (1898) ter herdenking aan de slag bij Herentals op 28 oktober 1798. Dat was een van de bloedigste episodes uit de opstand van de Kempense boeren tegen de Franse bezetter. De Boerenkrijg kwam voort uit de grote onvrede over de plundering van het land door de Fransen en hun antigodsdienstige politiek met kerksluitingen en vervolging van priesters die weigerden de eed van trouw aan de Franse grondwet te zweren. De leuze van de opstand was Voor Outer en Heerd (‘voor altaar en haard’: voor ‘kerk en gezin’ dus). De wet van 5 september 1798 op de algemene dienstplicht gaf de doorslag. Bestonden legers voor die tijd uit vrijwilligers en huurlingen, nu moesten alle mannen tussen 20 en 25 jaar dienen in het Franse ‘bevrijdings’leger. Al na twee maanden was de opstand goeddeels de kop ingedrukt. Toen ook de landing van een Engels-Russische vloot op de Noord-Hollandse kust mislukte, vervloog elke hoop op een snelle bevrijding van het Franse juk. De repressie door het Franse regime was meedogenloos.

Vestingstad

De Bovenpoort.

De Nonnenvest en de Begijnenvest zijn met de Zandpoort en de Bovenpoort de tastbare overblijfselen van die middeleeuwse versterkingen. Het waren aarden wallen, opgeworpen met het zand dat uit de ernaast gelegen grachten afkomstig was. De wallen werden beplant om verstuiving tegen te gaan. Op het kappen van bomen stonden dan ook strenge straffen. Het oorspronkelijke profiel is nog het best zichtbaar aan de Nonnenvest, waar de wal een hoogte van tien tot twaalf meter bereikt. De Bovenpoort (1361) is bekleed met gobertangezandsteen; aan de binnenzijde is veel lokaal ijzersteen verwerkt. De poort heeft een bewogen geschiedenis. In 1754 hing het erom. De poort had geen militair nut meer en verkeerde in slechte staat. Omdat geld voor herstel ontbrak, beslisten de schepenen om een groot deel van de poort te laten afbreken. Desondanks volgde in 1772 een echte restauratie.

Gasthuis

Het Herentalse gasthuis maakte ooit deel uit van een klooster van de augustinessen. De toegangspoort en het oude klooster stammen uit de zeventiende eeuw. De kapel met zijn gotische koorramen is zestiende- eeuws. De gasthuisschuur is het oudste deel van het domein. In het gebinte van de schuur zitten balken van rond het begin van de veertiende eeuw.

Begijnhof

Aan het begin van de zestiende eeuw woonden zo’n driehonderd begijntjes op het Nieuwland aan de overzijde van de Nete. In 1578 volgde verwoesting door de beeldenstormers. Het huidige begijnhof stamt uit de zeventiende eeuw. Centraal ligt de Sint-Catharinakerk, een zorgvuldig gerestaureerd bakstenen kerkje met zandstenen speklagen gebouwd met recuperatiesteen van het verwoeste begijnhof.

Het Peertsbos

Het Peertsbos met de Kleine Nete.

Het Peertsbos ligt ten noordwesten van de stad. Hier grenzen lagergelegen aangeslibde (alluviale) gronden in de Netevallei aan de hogere en drogere zandgronden van de Kempense Heuvelrug. De naam komt van het Middelnederlandse woord ‘Pertse’: grenspaal. De eerste vermelding vinden we in een oorkonde uit 1221 tussen Hendrik I van Brabant en het Bergense Kapittel. In die tijden werd het bos geëxploiteerd als middelhoutbos. Per hectare mochten maar tien tot twintig bomen uitgroeien. De andere bomen werden elke tien tot vijftien jaar gekapt. Deze hakhoutbomen liepen telkens weer uit en leverden prima brandhout voor koken en verwarming. De hoge bomen dienden als timmerhout. Varkens en koeien deden zich tegoed aan eikels en andere bosvruchten. De middelhoutbossen zagen er dan ook heel anders uit dan de huidige bossen. Door hun intensief beheer waren het zeer open bossen (veel lichtinval) met een rijke kruidlaag en bodembegroeiing. In het nieuwe bosplan zal het Peertsbos weer afwisselender worden. Waar nu nog monotoon naaldhout staat, worden geleidelijk bomen gekapt om meer lichtinval te krijgen en zo de ontwikkeling van berken, beuken en eiken te stimuleren.

We beginnen aan de zandige kant van het bos, waar naaldhout domineert, grove den en Corsicaanse den; waar het vochtiger is treffen we meer eiken, beuken, haagbeuken en berken. Aan de oevers van de Kleine Nete verwelkomt ons het licht. De vele halfdroge waterlopen zijn afgesneden meanders van de Kleine Nete, een gevolg van het rechttrekken van de rivier. In het voorjaar en in de zomer genieten we van de gele plomp, eendenkroos, pijlkruid, egelskop. Langs de oever vinden we in de vroege lente bloeiende sleedoorn en later leverkruid, moerasandoorn, boerenwormkruid, sint-janskruid. In het bos groeit veel klimop, geen parasiet zoals veel mensen denken. De worteltjes dienen slechts om zich vast te hechten. Door omhoog te klimmen kan de klimop meer zonlicht opvangen. Op zonnige dagen gonst het rond een bloeiende klimop van bijen, hommels, wespen en zweefvliegen.

Praktische informatie

  • Historische stadswandeling: de route is bewegwijzerd door koperen klinknagels in de grond. De volledige wandeling is 5 kilometer, de verkorte route is 3,4 kilometer. Een gratis brochure is te verkrijgen bij de dienst toerisme Herentals of te downloaden op www.herentals.be/ historische-stadswandeling
  • Natuurwandeling Peertsbos: de gemarkeerde route in het Peertsbos vertrekt aan het parkeerterrein van Sport Vlaanderen, Vorselaarsebaan 60. Er zijn twee routes. De lange wandeling is 5 km, de korte wandeling is slechts 3 km. Tip voor onderweg: Watercafé Hidrodoe of cafetaria Het Netepark. De uitgebreide brochure is gratis op te halen bij de dienst toerisme Herentals of te downloaden op www.herentals.be/peertsboswandeling.

Bekijk ook deze items