terug

Er leiden vele paden naar Santiago, de mooiste gaan door Asturië

In de zomer naar Santiago de Compostela wandelen is in meerdere opzichten een uitdaging. De warmte is er daar eentje van, die je met wat slim plannen gemakkelijk kunt omzeilen. Bijkomend voordeel: alternatieven als de Camino de la Costa en de Camino Primitivo zijn ook nog eens vele malen rustiger.

De oceaan is nooit ver weg op de Camino de la Costa. Foto: Noe Baranda

5 augustus 2021: 30 graden op de Camino de Santiago Francés, zie ik op mijn telefoon. Wat een verschil. Zelfde dag: 20 graden in Otur, Camino de la Costa, ook op weg naar Santiago. Ik ben blij dat ik de koele variant heb gekozen.

Ik ben mijn Camino-avontuur begonnen op de grens van Cantabrië en Asturië, aan de Spaanse noordkust. De hele route loopt van de Spaans-Franse grens langs de noordkust en gaat pas aan de westkant van Asturië landinwaarts. In totaal is de route 676 kilometer lang, waarvoor je ruim dertig dagen nodig zou hebben. Dat laat de agenda niet toe, maar in tweeënhalve week moet ik een heel eind kunnen komen. En heel eerlijk gezegd: Santiago halen is niet eens mijn ultieme doel; ik wil hier gewoon genieten van al het moois dat de Spaanse noordkust te bieden heeft en wandelen alsof ik de enige ben die dit doet.

Bijna alleen

Dat mislukt jammerlijk, want al vanaf dag drie loopt er een stelletje dezelfde route, in min of meer dezelfde etappes die ik gepland heb. De route doet weliswaar regelmatig de bewoonde wereld aan, maar wat je per dag kunt/wilt doen qua afstand is toch min of meer hetzelfde. Gelukkig betekent dat niet dat ik de hele dag achter ze aan loop, of voor hen uit. Soms zien we elkaar bij de start of aan het einde van de dag. Maar meestal ben je al uit het zicht verdwenen zodra je afdaalt achter de volgende klif langs de kust, op weg naar de volgende baai.

Koele rust

En ja, die kust, die maakt deze wandeltocht zo afwisselend en anders. Zo groen, zo wijds, zo verfrissend soms door de wind. Niks geen stoffige wegen en vergeelde natuur, maar groene hellingen, zandstranden, zeevogels en immense rust. Niet voor niets staat Asturië bekend als het natuurparadijs van Spanje.

Groene binnenlanden. Foto: Juanjo Arrojo

Voor mij onbegrijpelijk dat niet meer pelgrims deze routevariant kiezen. Misschien hebben veel mensen het idee dat ze de meest belopen route (Camino Francés) moeten kiezen om te kunnen zeggen dat ze naar Santiago zijn geweest. Maar deze variant is minstens zo fraai en zeker zo koel. Hij laat je een heel andere kant van Spanje zien en het wandeltoerisme is hier heel wat rustiger. Hier geen prestatielopers die zo snel mogelijk het einddoel willen halen, zweverige types die zichzelf zoeken of net-gepensioneerden die op zoek zijn naar een manier om niet in het zwarte gat te vallen. Ik kom vrijwel geen andere wandelaars tegen en geniet met volle teugen van rust, ruimte en het Spaanse leven in de plaatsen waar ik overnacht. Wandelen is voor mij vrijheid; in je hoofd, maar ook in de directe omgeving. Less is more, en dat geldt zeker als het om hoeveelheden mensen gaat.

Primitivo

Een ander alternatief voor de kustroute is de Camino Primitivo, die ietsjes verder landinwaarts loopt, maar ook door Asturië slingert. Het voordeel van deze route is dat je vaker door de bossen loopt, waardoor je meer profiteert van de schaduw. Aan de kust heb je meer zeewind, dus het is qua klimaat om het even. De Camino Primitivo wordt ook wel de “oorspronkelijke camino” genoemd. Deze route zou Koning Alfonso II van Asturië – de eerste pelgrim – in 814 gelopen hebben op zijn tocht naar wat nu Santiago is.

Genoeg ogelijkheden om in te slaan voor de lunch. Foto: Paco Currás

Dit gebied is een van de laatste plekken in West-Europa waar bruine beren leven, al hoef je niet direct bang te zijn die in levende lijve tegen te komen; daar zijn ze te schuw voor. Maar het zegt wel iets over de rust en ruimte die je hier vindt. De etappes staan dan ook garant voor urenlang stappen door de ongerepte natuur, om vervolgens ’s avonds aan te schuiven in een Spaans tentje en te genieten van de lokale keuken. Eten kun je hier als een vorst; niet voor niets draagt de aankomend opvolger van de Spaanse troon altijd de titel Prins van Asturië. Het prinsdom is een van de zeventien autonome regio’s van Spanje en was tijdens de Moorse bezetting in de middeleeuwen de enige christelijke regio op het Iberisch Schiereiland. Asturië is net even anders en dat merk je ook aan het landschap en de regionale keuken.

Volgend jaar weer

In mijn tweeënhalve week kom ik een heel eind richting Santiago, maar in Abadín in de regio Galicië strandt mijn poging de tocht te voltooien. Niet wegens gebrek aan energie, maar ik mis de kust. Met nog zes dagen voor de boeg besluit ik om te keren, om te genieten van het leven aan het randje van de Atlantische Oceaan. Volgend jaar kom ik terug. Niet om naar Santiago te lopen, maar om de Camino Primitivo of de Camino del Salvador te verkennen!

Meer informatie


Bekijk ook deze items