terug

Natuurliefhebbers van likmevestje

Langs het Nederlands Kustpad, aflevering 7, van Haarlem tot Santpoort Noord, deel 2
tekst en foto’s: Jos van Venrooij

De dampende contouren van de Hoogovens doemen uit de achtergrond op, foto: Jos van Venrooij

In Haarlem regenden we nat en zagen we het even somber in. Eenmaal in de Kennemerduinen breekt de zon door en komt alles nog goed. We lopen door een zeer aantrekkelijk duingebied. Zandpaden door een heuvelachtig terrein van een bescheiden woestheid. Met mysterieuze vergezichten. Links beheerst door een reusachtig kruis op een heuvel, dat met bijbelse allure overal bovenuit torent. Rechts doemen uit de heiige achtergrond regelmatig  de rokende, dampende contouren van de hoogovens op, het eeuwig vuur bleek-oranje in top. Schotse Hooglanders met fotogeniek gekrulde horens staan met ongekamde haren voor de ogen onverstoorbaar in de verte te staren, tot aan hun buik in het spiegelend water. Aan de rand van het ven hoedt een waakse zwaan over zijn grijze jongen. Met veel kabaal zoekt een grote troep ganzen zijn heil een stuk verderop. Een aalscholverkolonie resideert mistroostig op een eigenhandig doodgescheten skelet van boomtakken en stammen, en biedt een prehistorische aanblik in zwart-wit.

De grote beervlinder

De nogal harige rups van de grote beervlinder, foto: Jos van Venrooij

Zeer langharige rupsen, in zwart en oranje, haasten zich van links naar rechts over het pad en kriskras door de berm. Als we er eenmaal op letten, zien we er steeds meer. Je zou er jeuk van krijgen. Het zou leuk zijn, bedenken we, wanneer tenminste één van ons nu wist, en uitgebreid kon vertellen, welke rups dit dan was, en van welke vlinder. Al was het alleen maar de Nederlandse naam. Maar we hebben geen idee. Thuis biedt het alwetend internet gelukkig uitkomst. Het blijkt de Grote Beervlinder, een wat de rups betreft dus zeer toepasselijke naam. Het is een dagactieve nachtvlinder, leren we ook nog. Die bestaan dus ook in het dierenrijk.

De horecaffer

Het is soms tobben met de horeca onderweg, foto: Jos van Venrooij

Bij Parnassia aan Zee leggen we aan voor een kop thee. Niet dat we ons er heel erg welkom voelen want nog voor we er goed en wel zijn, pepert een onvriendelijk groot bord ons al een flink aantal regels in, waar we ons maar aan te houden hebben. Zo mogen we er niet op een laptop werken bijvoorbeeld, of op een tablet. Geen honden, geen eigen consumpties. Geen rennende kinderen, niet met de deuren slaan. Denk aan de buren. Er worden bovendien géén waterflesjes gevuld en toiletbezoek kost vijftig cent. Dat geldt ook voor klanten, legt een hip langs ons heen kijkende jongeman uit, omdat er namelijk ‘een toiletjuffrouwtje’ zit. Om te controleren dat je niet stiekem flesjes met water gaat staan vullen, vermoeden wij. Het is blijkbaar het soort gelegenheid waar je, als je een glas water bij je eten vraagt, een designflesje peperduur onzinwater krijgt opgedrongen. Een mooie gelegenheid om wijlen Martin Bril eens aan te halen, die in zulke gevallen wraak nam door met een stalen gezicht te beweren dat hij Spa róód had besteld.

De medemens

De zon blikkert op een branding zonder golven, foto: Jos van Venrooij

Maar goed, waar maken we ons druk over, we hebben ons eigen water mee en als we het vriendelijk vragen, krijgen we zelfs nog een lepeltje bij de thee, om mee te roeren. Bovendien is er intussen een kleurrijke zwerm deftige oudere dames het terras opgefladderd die voor afleiding zorgt. Allervriendelijkst draaien de dames verbaal om elkaar heen om te bepalen wat de beste plek zou zijn om gezellig te gaan zitten, met z’n allen. Het maakt geen van de dames ook maar íets uit, al hebben ze op elkaars suggesties wel allemaal wat af te dingen. Waar ze het wel meteen over eens zijn, is dat ze eigenlijk het liefst op het afgesloten gedeelte van het terras zouden zitten.
Langs het strand lopen we richting IJmuiden. En dat is ook wel weer eens wat anders, want al lopen we het Kustpad, de zee laat zich maar weinig zien. We klagen niet, maar het is fijn om onze vriend vandaag weer te ontmoeten. De zon blikkert op de metalige branding, golven zijn er nauwelijks, het strand strekt zich leeg voor ons uit. Het havenhoofd trekt een streep in de zee, en af en toe passeert in de verte een schimmige boot.

De grote tweestreep

De grote tweestreep, een miljoenpoot (maar dat is overdreven), foto: Jos van Venrooij

Voor het laatste stuk naar Santpoort Noord trekken we over de Duin en Kruidberg landinwaarts. In het rulle zand van het duin naar boven kronkelen en krioelen kleine zwarte rupsjes of wurmpjes of larfjes, we weten het weer eens niet maar ook hier is het: hoe langer we kijken hoe meer het er zijn. Thuis op internet determineren we het beestje als de grote tweestreep, een miljoenpoot. Een tikkeltje overdreven, deze benaming, dunkt ons, want groot kun je hem echt niet noemen met zijn hooguit anderhalve centimeter en bij nader inzoomen op de foto bleken er inderdaad wel pootjes aan te zitten, maar een miljoen waren het er zeker niet.

De hazelworm

We hadden stiekem gehoopt op iets gevaarlijkers dan de hazelworm, foto: Jos van Venrooij

We wandelen door een afwisselend duingebied met zandvlaktes, loof- en naaldbos en waterige stukken. We treffen een kudde shetlandpony’s, en later ook konikspaarden. In het ’s ochtends nog natgeregende bos moeten we oppassen dat we niet met iedere stap een wijngaardslak vertrappen, ze glijden met tientallen over het pad. Verderop ligt in de zon een slangetje te bakken, bronsbruin glanzend. Wat spannend! Een echte slang! We weten het zeker deze keer, we zien een piepklein gitzwart tongetje in- en uitschieten en worden duidelijk argwanend in de gaten gehouden door twee glinsterende oogjes. Een hazelworm kan het dus niet zijn want die is blind. Tenminste, dat dachten we. Toch? Voor de derde keer blijkt echter dat we natuurliefhebbers van likmevestje zijn. Wikipedia toont onomstotelijk aan dat het weldegelijk een hazelworm was. Heus niet minder bijzonder natuurlijk, maar we hadden toch een klein beetje op iets gevaarlijkers gehoopt.

In de volgende aflevering lopen we van Santpoort Noord naar Castricum.

Jos van Venrooij is huisvader, schrijver, theatermaker, klusser en wandelaar. Onder meer. En niet per se in die volgorde. Wandelen doet hij in goed gezelschap, of welgemoed alleen, maar altijd met een cameraatje paraat. Zo liep hij langs het Noordhollandpad, het Utrechtpad, het Zuiderzeepad, het Trekvogelpad. Van zijn bescheiden avonturen onderweg doet hij graag en uitgebreid verslag. Zoals hier van de tocht langs het Nederlands Kustpad, die hij maakt met zijn wandelschoonzus. Van Hoek van Holland naar Bad Nieuweschans. Meer van Jos staat te lezen op zijn weblog www.devrijewandeling.wordpress.com


Bekijk ook deze items